De 3 B’s van Alfred

Omdat ik regelmatig ook vóór de klas sta kom ik allerlei valkuilen tegen in het ‘primaire proces’, het échte lesgeven. En in een beoordelings- en begeleidingstraject horen ook lesbezoeken. Daarin krijg je feedback. Ik vind dat steeds weer spannend en hoop enerzijds op positieve reacties, maar anderzijds zit ik vooral te wachten op verbeterpunten. Wat is er mooier dan dát wat je goed doet, en waarin je graag kwaliteit levert, nog te verbeteren.

Zo kreeg ik feedback op een wiskundeles in klas 3 gymnasium / Atheneum op het achtste uur. Het is een erg gemotiveerde klas die hard werkt en graag presteert. Wanneer iedereen na een frontale start zelf aan het werk gaat komen de vragen. Ik ren me rot door de klas en een leerling zegt: ”Meneer, dit is wel topsport, goed voor uw conditie . . . “ Ik wil graag leerlingen helpen en struikelblokken slechten, dat helpt, het werkt en leerlingen lopen vrolijk en vriendelijk de deur uit, wat wil je nog meer. Maar je voelt het al, hoe gemakkelijk wordt het om een rennende leraar een vraag te stellen, makkelijker dan 1 bladzijde terug te bladeren.

De feedback die ik kreeg was dan ook terecht: ”Je werkt wel hard, het zweet stond op je voorhoofd.”Vervolgens hebben we de 3 B’s besproken: Boek, Buurman/-vrouw, Begeleider. Nu vond ik de term Begeleider wat vreemd. De eerstvolgende les heb ik dit met de klas besproken en heb er BBD van gemaakt D van Docent. Riep een leerling: “En Burgh dan?” Die vond ik mooi! Daarna heb ik het rijtje aangepast en uitgebreid.

Voortaan schrijf ik regelmatig op het bord:

  1. Brein (wél die van jezelf!)
  2. Boek + aantekeningen in je schrift
  3. Beeldscherm (ik geef ook les aan klassen met elke leerling een laptop)
  4. Buur
  5. Burgh

 

Ik moet soms glimlachen als ik leerlingen hoor overleggen: “Nee, eerst even . . . voordat we het aan hem vragen . . .

Hoe laagdrempelig ik wil zijn, het is een keerzijde van gemakzucht.

Alfred van der Burgh

Reacties zijn gesloten.